Buiten adem en met klotsende oksels plof ik neer naast een dikke Amerikaanse, die behalve haar eigen vliegtuigstoel ook de helft van die van mij in beslag neemt. Ik heb mijn vlucht gehaald, godzijdank. Een dag later leg ik het met schaamrood op m’n kaken af tegen mijn fitte vijftigjarige vriendin, die als een jonge hinde over het bospad huppelt. Dát is de druppel. Snel sleur ik haar het bos uit, mee naar de Georgia Mall voor een paar hardloopschoenen. Dit kan zo niet langer!
Ja, je leest het goed. Ik die – op die helse shuttle run in de derde klas na – nooit verder dan honderd meter gerend heeft, ga hardlopen. Of lopen in elk geval. Niet alleen geïnspireerd door de omvang van mijn buuf in het vliegtuig en de blokjesbuik van mijn vriendin de triatlete trouwens. Al eerder werd pijnlijk duidelijk: het is droeviger dan droevig gesteld met mijn conditie. En dus hijs ik me, eenmaal goed en wel aangekomen in de USA, in mijn sportoutfit. Ik stop mijn vers gepedicuurde teennageltjes in nieuwe Nikes en off we go. Ik hoef waarschijnlijk niet uit te leggen dat mijn shirt na één rondje uitwringbaar is, terwijl mijn vriendin nog ruikt naar roosjes. Damn. Haar kapsel zit precies als net en ze heeft doodleuk adem over voor een gezellig praatje. She’s the living proof: 50 and fit as hell. Het kán. Nu gaat het me er heus niet om dat ik per se een superstrak lijf moet hebben. Benen die ook maar íets weg hebben van die van haar, zijn niet weggelegd voor mij. Wat ik wél wil, is van dat belachelijk geringe uithoudingsvermogen af. Ik lijk goddomme wel een bejaarde slak op mijn achtendertigste. “Gaan we morgen weer?”, vraagt ze. “Tuurlijk”, hijg ik. Geen haar op mijn zwetende hoofd die eraan denkt me te laten kennen.
Onder het motto ‘flink shoppen is ook training’ pikken we op mijn laatste dag de outlet nog even mee. Een paar professionele Asics. Check. Een flitsende sportbeha. Check. Want nooit meer stressen tussen twee gates? Mijn vriendin tijdens een volgend bezoek aan de States bijhouden zonder te hyperventileren? Dáár doe ik het voor. En vooruit, van zulke twintigersbenen op m’n vijftigste zou ik ook niet bepaald balen.