Is het die vent van de beddenzaak? Of toch de directeur van dat schoonmaakbedrijf? Heel Schijndel is in afwachting van dé onthulling: welke man is dit jaar prins carnaval? Vanavond krijgen we het antwoord in De Heerenmeester. Over een paar uur weten we wie er van de elfde van de elfde tot Aswoensdag de scepter zwaait. En ik vraag me ondertussen af: waarom is die prins nooit eens een vrouw?
Voldoen we soms niet aan de criteria om prins te worden? Er zijn ook genoeg lokaal gerespecteerde vrouwen met een sociaal karakter, dorst en geld volgens mij. Deze week sprak ik bijvoorbeeld een kapster, fotografe en winkeleigenaresse. Stuk voor stuk graag geziene Schijndelaren met een prima banksaldo én het vermogen mannen onder tafel te zuipen, maar geen van hen is ooit gevraagd voor het ambt. Is er misschien een of ander geheim genootschap waar wij vrouwen niets van weten? Niet dat ik een goede prins zou zijn hoor – twee drankjes en ik sta op mijn kop – maar het gaat om het principe. Ook mijn collega-onderneemsters die wél carnaval vieren met een pintje in de hand weten niet waar ze zich moeten inschrijven voor die steek op hun hoofd.
Net als Sinterklaas, de Kerstman en de Paus, zijn prins carnaval en zijn adjudant standaard mannen. Dames spelen hooguit een bescheiden bijrol als hofdame of caissière bij de drankmuntjes. Slechts een handjevol Nederlandse gemeenten durfde tot nu toe met de traditie te breken, en dan was het nog omdat er geen man te vinden was. Het is 2019. Over vrouwelijke premiers en burgemeesters doet niemand moeilijk. Maar een vrouw op de carnavalstroon? Niet bespreekbaar. Tijd om die statuten eens bij te stellen! Ik ben voor een prinses volgend jaar. En daarna pakken we door richting Sinterklazien, Kerstvrouw en Pauzin. Alaaf.