Varkensharten bestuderen, haargel maken of een kernreactor bouwen. Je kunt het zo gek niet bedenken of het is in deze open-dag-maand weer te doen. Ja, wie dacht dat een open dag betekent dat de school simpelweg haar deuren openzet, heeft het mis. Een beetje school haalt alles uit de kast om zevende- en achtsegroepers enthousiast te maken. Maar is dat eigenlijk wel nodig?
Na de Boxtelse zijn dit weekend de Gestelse middelbare scholen aan de beurt. Ze hebben allemaal een slogan als ‘op weg naar je toekomst’ of ‘ontdek jouw talent’ en laten je stuk voor stuk de hoogtepunten van de leukste vakken zien. Dat je je, voordat je daadwerkelijk een varkenshart mag ontleden, eerst vier jaar door Griekse vertalingen en pak ‘m beet 358 theoretische biologielessen heen moet worstelen, daar heeft niemand het over. Binnenhalen, dat telt. Terwijl kinderen en hun ouders volgens mij prima in staat zijn door al die poeha heen te kijken. Veel tieners willen vooral weten of er een vriendje meegaat en of het ver fietsen is. Verder is het niet altijd te voorspellen waar ze op letten. Zo baseerde mijn oudste zijn schoolkeuze – naast de grootte van het gebouw, de manier waarop leraren hem aanspraken en de hoeveelheid ramen en sportvelden – op de aanwezigheid van Pepsi Cola in de automaat. Over dat varkenshart of die haargel heb ik hem nooit meer gehoord.
Het kiezen van een school is – zoals zoveel – vooral een gevoelskwestie als je ’t mij vraagt. Niet in criteria te vangen. Wat zegt je lijf als je binnenstapt? Zie je jezelf hier al rondlopen? Scholen kunnen zich een hoop moeite besparen en gewoon zichzelf zijn. En wat de elf- en twaalfjarigen betreft: voelsprieten uit en hup, met een open hart naar die open dag! Dan kom je vanzelf op de beste weg naar jouw toekomst.