De 10-jarige Melvin uit Esch is genomineerd voor de George Maduro Prijs, omdat hij knuffels maakt en inzamelt voor minder bedeelde kinderen. Jan uit Haaren en Marij uit Boxtel krijgen een lintje opgespeld, als waardering voor hun hulp aan anderen. Ook al kunnen al deze trofeeën en medailles me gestolen worden, het ontroert me dat er in deze zieke wereld nog zoveel mooie mensen zijn.
Onder het motto ‘wat je aandacht geeft groeit’, negeer ik deze week het negatieve nieuws en blokkeer ik woorden als drugs, dood en geweld. Hoezeer de schietpartij in Schijndel me ook aangrijpt, als ik focus op Melvin met zijn knuffelberen slaap ik beter. Hetzelfde geldt voor de lintjes van Jan en alleman; er is nog hoop. De een zet zich belangeloos in voor jongeren of bejaarden, de ander slooft zich uit voor de buurt of voetbalclub. Chapeau ook voor al die ziekenbezoekers en mantelzorgers. Alle bekers en oorkondes zijn wat mij betreft dik verdiend.
Toch moet me iets van het hart. Of Melvin die prijs uiteindelijk wel of niet wint? Of Jan en Marij zich na donderdag nu Lid, Ridder of Officier in de Orde van Oranje-Nassau mogen noemen? Het zal mij een zorg zijn. Alsof die opsmuk het mooie nóg mooier maakt. Er zijn tal van vrijwillige Vera’s, helpende Harries en andere mooie mensen die niet zitten te wachten op ceremonies en media-aandacht, terwijl ze toch echt dag in dag uit voor hun medemens in touw zijn.
Weet je wat? Zij krijgen misschien geen koninklijk schouderklopje, maar wel eentje van mij. Bij deze.
Nemen jullie hem van me aan? Mam, jij ook? Ik beloof dat ik de krant er niet bij haal.