Mijn hoofd bonkt. Mijn stem is verdwenen en o wat heb ik een dorst. De herrie van gisteravond dreunt nog na in mijn oren en wat misschien wel het meest irritant is: kán ik een keer uitslapen, word ik toch om 8 uur wakker. Lang leve de kater.
Het is iets met te veel drankjes en te weinig slaap. Ik zal je niet vermoeien met details over het hoe en waarom, maar ik heb vocht nodig. Nu. Plus een gebakken ei en frisse lucht. Ik pak een kop koffie (ja ja, ik weet dat dit eigenlijk water zou moeten zijn) en smeer een boterham met chocopasta (vetten zijn vetten toch?). Godzijdank zijn de kinderen bij hun vader. Effe snel in joggingbroek naar het hondentoilet dus en daarna weer vlug onder de dekens. Maar hé, het was wel gezellig.
Ik zal niet zeggen dat het een paar kinderen geleden was, maar om nu te zeggen dat ik wekelijks afsluit in de kroeg gaat ook wat ver. Het was dus weer eens tijd voor een serieus avondje stappen, inclusief überfoute medleys, squads boven de wc om niet op de pies van de zatlap voor me te hoeven zitten en een afterparty in de shoarmatent. Zo veel lol we hadden met elkaar, zo brak voel ik me echter nu. Het is niet zo dat ik een totale black-out heb of zo, ik weet nog gewoon dat ik heb staan hakken op ‘Luv you more’ en ‘Have you ever been mellow’ heb staan blèren. Het is ook niet dat ik me in een existentiële crisis bevond vannacht of me volkomen belachelijk gemaakt heb met een paaldansact, maar serieus aangeschoten kon je het wel noemen zeg maar. En ja, dat laat diepere groeven achter dan toen ik achttien was.
Twintig jaar na dato duikt de kater a) veel eerder op en b) hij heeft stukken minder haast om te vertrekken. De Safari en Pisang Ambon van toen hebben plaatsgemaakt voor Bacardi en wijn. De voorzichtige pasjes en giechels zijn inmiddels geëvolueerd tot schaamteloze dance moves. Eigenlijk wordt stappen, in tegenstelling tot the morning after, alleen maar leuker! Op dat hakken na dan. Dat zal ik nooit leren.