Meierij’s meest excellente middelbare scholen én scholen die deze week een mager zesje kregen van de Onderwijsinspectie. Scholen waar aan de lopende band pizza, kebab en pakketjes merkkleding bezorgd worden en scholen waar dat (naar eigen zeggen) niet gebeurt. Ze staan stuk voor stuk op onze agenda voor komende weken. En dus haalde ik bijna mijn open-dag-checklist tevoorschijn. Bíjna zei ik hè.
Want uiteindelijk liet ik hem liggen waar hij lag. Bij kind nummer drie denk ik namelijk eindelijk een beetje uit mezelf te weten hoe ik me dien te gedragen. Vragen over lesuitval, groepsgrootte, een-op-een-begeleiding, buitenlandexcursies en stages; ik laat ze deze ronde eens voor wat ze zijn. Bij de oudste twee leden we nog aan beginnersenthousiasme en waren wij die ouders die hun vinger opstaken na de aulapresentatie. Uiteindelijk kozen de heren 100% overtuigd voor school A en zitten ze nu – drie jaar later – alsnog op school B, want leuker (lees: minder controle en huiswerk en meer vrijheid, voldoendes en vriend(inn)en). Was het ook maar íets anders gelopen als we vier jaar geleden andere vragen gesteld hadden? Is het überhaupt te voorspellen welke school voor de komende vier tot zes jaar bij je kind past? Droom verder verse prepuberpapa’s en -mama’s. Het is allemaal een kwestie van geluk. En hormonen.
Om de kans op direct de juiste school kiezen te vergroten, ga ik voor een andere strategie dit keer. Mondje dicht, zo vat ik hem samen. Wat kan mij dat slagingspercentage, inspectiecijfer of die op- en afstroomkans schelen. Die tien zegt uiteindelijk nul komma niks over de match met mijn kind. En bovendien is alles boven de vijf dikke prima, aldus mijn pubers. Misschien is het tijd iets van hen te leren. Is die puberteit nog ergens goed voor.