Een ijsjes drive-in. Een boekenkar. Voordeuroptredens van artiesten en onze eigen basisschool die als eerste in Nederland weer fysiek lesgeeft in shifts. Om ons heen poppen allerlei slimme initiatieven uit de grond, die prima in onze huidige anderhalvemetersamenleving passen. Het nieuwe normaal begint te landen.
Voor het ene bedrijf is schakelen natuurlijk makkelijker dan voor het andere, maar ik vind het super om te zien hoe creatief mensen worden. Het OV en kantoren plaatsen tussenschotten, ondernemers kopen bezorgbakfietsen en in wachtkamers worden ijverig stoelen afgeplakt. Verder zie ik ondernemers uit allerlei branches internetondernemers worden. Muzikanten posten filmpjes, cabaretiers doen aan live improvisatietoneel op Facebook en kunstzinnigen showen ijverig hun vrije werk, zodat er straks al eerst aan hen wordt gedacht als er weer euro’s worden uitgegeven. Zelfs autorijlessen volg je tegenwoordig online.
Maar hoe moet het straks met sectoren als horeca en toerisme? Gaan we naast afhaal- en roomservice gezellig tafelschermen plaatsen of de drankjes van anderhalve meter afstand op tafel smijten, zoals op social media deze week volop gedemonstreerd wordt? Reserveren we straks op de camping een tijdslot voor het zwembad en wordt vliegen weer alleen voor de rijken? Wat bedrijfskantines betreft zie ik wel kansen voor een intelligente koffieautomaat, die Peter-Jan voelt aankomen en de latte met suiker alvast klaarzet. Voor festivals, voetbalcompetities en de Olympische Spelen heb ik echter niet 1-2-3 een oplossing paraat. Jullie misschien?
De anderhalvemetereconomie vraagt om creatieve ingrepen om de schaarse ruimte te verdelen, zoals Rutte het mooi zei. We moeten met 17 miljoen mensen maatwerk creëren, en ik geloof dat we prima op weg zijn. Maar dat dit heel snel voelt als het nieuwe normaal in alle sectoren? Dat geloof ik voor geen anderhalve meter.