‘Zo zielig, al die kinderen die vanaf nu moeten opgroeien’, hoor ik op een feestje. ‘Geen speelgoedwinkel meer om uren in rond te dwalen en je portemonnee met verjaardagsgeld verwachtingsvol op de toonbank leeg te kiepen’. Eerst klaag ik nog hartgrondig mee, weemoedig terugdenkend aan die gezellige, geplakte verlanglijstjes. Totdat ik mezelf die avond hoor zeggen dat mijn zoon ‘morgen maar even langs de Action moet fietsen voor een nieuwe geo en adapter’. Slik. Aan mensen als ik heeft Intertoys haar ondergang te danken.
Deze week werd bekend dat niet alleen Intertoys Schijndel en Boxtel verdwijnen, ook Vught, Den Bosch en Sint-Oedenrode zijn dood. En we roepen wel heel hard hoe zonde en erg dat is allemaal, maar het is gewoon onze eigen schuld. Vertel mij maar eens hoe de specialist kan overleven als we met z’n allen naar Action of Van Cranenbroek scheuren voor een besparing van pakweg 600%. ‘De Lego brandweerkazerne? Heb ik in het krantje van Kruidvat gezien.’ ‘Zocht je nog een robot? Kijk effe op internet, daar kun je alle 38 versies vergelijken en de beste prijs scoren.’ Ach, van die ene doos Lego minder gaat Intertoys echt niet failliet.
Toch wel dus. Net als V&D en Blokker hebben ze de strijd verloren. We gaan er vanuit dat anderen wel bij de stenen speciaalzaak blijven kopen en gaan zelf naar digitale outlets en Actionachtigen. Om daar meteen even afvalzakken, sokken, douchegel en schoonmaakmiddel mee te pakken. Janken om Intertoys? Beetje schijnheilig hè. Óf accepteer lege winkelstraten, grootinkopers die nergens écht iets van weten en kinderhandjes die de boel hebben mogen inpakken. Óf doe die laptop dicht en red wat nog te redden valt. Maar zeuren en klagen op feestjes? Laten we daar in winkelsnaam mee ophouden.