De stamtafel van café De Michel in Haaren staat er verlaten bij. Het hele café is leeg. Sterker nog: Haaren is kroegloos tegenwoordig. Waar iedereen dan zit? Thuis op de bank met wijn van Albert Heijn. Sociale contacten te onderhouden vanachter een beeldscherm. De buurtkroeg sterft uit.
Net als veel kroegbazen krijgt Mike Michels zijn sociale broedplaats niet verkocht. De bar waar ik als 16-jarige passoa-jus dronk tijdens de kroegentocht met carnaval, is dood. Drie generaties Michels, 65 jaar noeste arbeid: sinds afgelopen zondag definitief verleden tijd. Café ’t Groene Woud in Liempde is met zijn 100-jarig jubileum de bekende uitzondering op de regel. Want wie wil er in 2018 nog tot midden in de nacht werken? Wie gaat er ten tijde van internet überhaupt nog naar de dorpskroeg, behalve alcoholisten en verstokte vrijgezellen met Bavaria-uitbouw?
De oorspronkelijke functie van wijlen het bruin café, namelijk praten met echte mensen, is niet meer. Een beetje jongere spreekt zijn vrienden online en heeft geen behoefte aan buurten met de buren boven een Perzisch tafelkleedje. De wereld is groter dan het dorp. Handelen, roddelen, grappen maken en nieuws doornemen; alles doen we met de cursor. Lekker indirect, onzichtbaar en makkelijk. Het kan niet anders of ’t Groene Woud is de laatste der Mohikanen. Het gemiddelde café telt anderhalve man en een paardenkop. Terwijl Snapchat en Instagram groeien als kool.
Jammer dat Michels al besloten heeft dat ’t huizen worden in Haaren. Ik weet zeker dat de kopers in de rij zouden staan voor ’n internetcafé 2.0 met gratis wifi, cola en phone repair service na schooltijd. Een ander idee voor kroegen die willen overleven: organiseer een cursus real life communiceren voor jongeren. Buurten in 3D. Voordat de sociale vaardigheden tegelijk met de kroeg uitsterven.